Wilt u uw leegstaande vastgoed tijdelijk laten bewonen? Dan kunt u met de bewoner een gebruiksovereenkomst (of anti-kraak of bruikleenovereenkomst) sluiten. Deze overeenkomst zegt u op wanneer u uw pand weer nodig heeft. Belangrijk is dan wel dat u met de bewoner niet onbedoeld tóch een huurcontract sluit. Gebeurt dat wel, dan heeft de bewoner namelijk recht op huurbescherming. In dit artikel leest u hoe dat kan en hoe u dit voorkomt.
Soms heeft de bewoner waarmee u een gebruiksovereenkomst sluit, toch recht op huurbescherming. Dat heeft te maken met de afspraken die worden gemaakt. Hoe zit dat?
Een belangrijk kenmerk van de bruikleenovereenkomst is, dat de gebruiker geen vergoeding betaalt in ruil voor het gebruik. De bewoner gebruikt het pand bij bruikleen dus ‘om niet’ (oftewel: voor niets). Wordt er wel een tegenprestatie gevraagd voor het gebruiksrecht van de bewoner? Dan is sprake van een huurovereenkomst. De bewoner heeft in dat geval dus recht op huurbescherming.
In de praktijk spreken partijen vaak een lage (niet-marktconforme) tegenprestatie af. Zo moet worden voorkomen dat de gebruiksvergoeding tóch als een huurprijs wordt gezien. In de meeste gevallen komt de eigenaar die een dergelijke afspraak heeft gemaakt echter van een koude kermis thuis. In de rechtspraak is namelijk al meerdere keren bevestigd dat de hoogte van de vergoeding niet bepaalt of er wel of geen sprake is van huur.
Zo oordeelde de rechter bijvoorbeeld dat er tóch een huurcontract ontstaat met een niet-marktconforme gebruiksvergoeding van slechts € 150,-. De rechter geeft daarvoor een aantal argumenten:
Wilt u wel dat de tijdelijke bewoner een vergoeding betaalt, maar voorkomen dat er onbedoeld een huurcontract ontstaat? Houd dan rekening met de volgende tips:
Zeker weten dat uw gebruiksovereenkomst niet tóch een huurovereenkomst is? Neem dan contact met mij op. Ik help u graag verder.
tel.: 035 – 2003480
email: mkoppe@solutionsadvocaten.nl